Baklava
Ingrediënten
voor 24-32 porties
20 vellen filodeeg
150 gram gesmolten boter
250 gram walnoten
50 gram suiker
2 theelepels kaneel
(evt. pistachenootjes om te garneren)
voor de siroop
200 gram suiker
50-100 gram honing
150 ml water
1 theelepel kaneel
3 repen schil van citroen
sap van halve citroen
(optioneel 2 eetlepels oranjebloesemwater)
Overige benodigdheden
1 bakblik van 20x30 cm (of vergelijkbaar)
bakpapier
keukenmachine/ staafmixer
kwastje om in te vetten
Bereidingswijze
Doe de walnoten, kaneel en suiker in de mixer en maal fijn.
Knip het filodeeg met een keukenschaar in de maat van het bakblik.
Smeer het bakblik in met een beetje van de gesmolten boter en bekleed met bakpapier.
Leg twee lagen filodeeg in het bakblik en bestrijk het bovenste vel met de gesmolten boter. Leg hierop weer twee vellen filodeeg en bestrijk weer met boter. Ga door tot er 10 vellen deeg op elkaar liggen. Verdeel hierover het walnotenmengsel en druk goed aan met de achterkant van een lepel.
Leg op het notenmengsel weer 2 vellen filodeeg. Smeer in met boter en ga zo door tot alle vellen op zijn. Snijd de baklava met een scherp mes in 3-4 repen en snijd de repen in stukjes.
Bak de baklava in 45 minuten gaar op 1800 C in de oven.
Maak ondertussen de siroop. Doe de suiker, honing, kaneel, citroenschil en het water in een pan en breng aan de kook. Laat het op een laag vuur voorzichtig voor 10 minuten doorkoken en haal van het vuur. Voeg het citroensap en het oranjebloesemwater toe en roer goed door. Laat de siroop afkoelen.
Wanneer de baklava klaar is, haal je de citroenschil uit de siroop en giet je de siroop meteen over de hete baklava. Garneer eventueel met wat fijngehakte pistachenootjes.
Laat de baklava goed afkoelen. De baklava blijft zeker een week goed.
Eet smakelijk.